Over Thee
Van theeplant naar 'my cup of tea'
Een stukje geschiedenis...
Thee zou ontdekt zijn in 2737 voor Chr. door de Chinese keizer Shennong (wat 'Goddelijke Genezer' betekent); Er waaiden per toeval blaadjes van een theestruik in een pot kokend water toen hij neerstreek in een bos, waarna het geheel een aangename geur ging verspreiden.
Volgens een Boeddhistische legende zijn de eerste theeblaadjes ontstaan uit de oogleden van de mediterende Bodhidharma, een Indiase monnik die rond 500 na Chr. het Zenboeddhisme in China introduceerde. Deze monnik zou zijn oogleden hebben afgeknipt om niet in te slapen.
Via China kwam ook Japan met Thee in aanraking. De Japanse theeceremonie dateert uit 1286.
Halverwege de 16e eeuw beschreven enkele Portugese en Italiaanse geestelijken, die als missionarissen hadden rondgetrokken door China en Japan, hun ervaringen met het drinken van thee.
Rond 1610 werd een eerste kleine hoeveelheid thee naar Nederland gebracht. Pas in de 17e eeuw begon de VOC grotere hoeveelheden naar Nederland te verschepen. Pas in de 18e eeuw werd theedrinken echt gemeengoed in Nederland. Tot die tijd was thee een zeer dure drank die alleen gedronken werd door rijke mensen. Die bouwden daarvoor in hun tuinen soms speciale theekoepels.
Productie
Theestruiken (Camellia Sinensis) groeien alleen goed in een warm en vochtig klimaat met veel neerslag. De plantages liggen meestal op een berghelling. Hoe hoger de plantage ligt, des te beter de kwaliteit van de thee zal zijn. Theeproducerende landen zijn o.a.: Argentinië, China, India, Indonesie, Kenia, Malawi, Sri Lanka (vroeger Ceylon), Tanzania.
Alleen de top van een volwassen plant (4 jaar oud) wordt geplukt om thee van te produceren. Een nieuwe top groeit weer in 1-2 weken. Handmatig plukken geeft het beste resultaat. Het oogsten kan gedurende het hele jaar plaatsvinden. De beste kwaliteit wordt echter geplukt in de droge moesson.
Na het plukken ondergaan de verse theebladeren een aantal bewerkingen. Vooral zwarte thee ondergaat veel bewerkingen; Verflensen
is een bewerking om vocht uit de theebladeren te halen, waardoor verdere bewerking mogelijk is. De theebladeren worden op planken versneld verwelkt in 8-12 uur. Om vocht af te voeren zal men er lucht laten langsstromen. Het rollen
van de blaadjes is een bewerking om de rest van het vocht uit de theeblaadjes te onttrekken. Het vocht moet uit de blaadjes, omdat er anders geen oxidatie mogelijk is. De verflenste en gerolde theeblaadjes worden uitgespreid om een paar uur te oxideren. De blaadjes gaan reageren met zuurstof en gaan fermenteren. Hier wordt de kleur en het aroma verkregen. De tijd die de thee doorbrengt in de oxidatiekamer bepaalt in hoge mate het karakter van de uiteindelijke thee (Groene thee is niet geoxideerd, zwarte thee is volledig geoxideerd). Het oxidatieproces wordt gestopt door het blad te verhitten en te drogen.
Een enkele theesoort, Pu-Erh thee, wordt gefermenteerd en niet geoxideerd. Fermentatie staat uit het uitwendig inwerken van bacteriën en gisten op de theebladeren.
Theebladeren worden gedroogd
bij een temperatuur van ongeveer 95 graden Celsius. Het vochtgehalte wordt zo teruggebracht tot 4-6 %.
Na het drogen worden de theeblaadjes met behulp van schudzeven op grootte gesorteerd. De grotere worden verkocht als losse thee en de kleinere gaan in theezakjes.
Na al deze bewerkingen blijft er van 100 kg geplukte bladeren, slechts 20 kg zwarte thee over.
Er zijn 6 basis-categorieën van thee: witte, gele, groene, oolong, zwarte
en gefermenteerde
thee. Ze stammen allemaal af van dezelfde plant maar variëren omwille van de verschillende verwerking of plakgedrag. Bijvoorbeeld witte thee krijgt men van de eerste knoppen van het seizoen. Groene thee krijgt men door de blaadjes na het verflensen te stomen of te bakken. Hierdoor is er geen oxidatie en behoudt de thee de groene kleur. Zwarte thee heeft een verlengd oxidatieproces ondergaan. Oolong is een deels geoxideerde thee. Door de gedeeltelijke oxidatie kunnen de blaadjes kort fermenteren wat een aparte smaak geeft.